Old Providence, parel in de zevenkleurige zee

Old Providence Island (of Isla Providencia) is een relatief onbekend, en onbedorven pareltje in de Caribisch zee. Dit heuvelachtige groene eilandje van ongeveer zeven bij vier kilometer, met zo’n zesduizend inwoners, ligt op 220 km afstand van de kust van Nicaragua, 400 km van Jamaica en behoort tot Colombia.

Ligging Providencia
De zevenkleurige zee

De eerste personen die zich officieel op Providencia huisvesten zijn de Engelsen Puriteinen die in 1631 met de boot Seaflower aankwamen op zoek naar een beter leven. Tabak-, katoen- en suikerplantages worden aangelegd en de eerste slaven worden geïmporteerd om deze plantages te bewerken. Tien jaar later worden de Engelsen eruit gegooid door de Spanjaarden, die er later weer uitgegooid worden door piraten als Edward Mansvelt en Henry Morgan.

Providencia is met een drijvende brug verbonden aan Santa Catalina. Een klein, en geheel auto- en motorvrij eilandje, dat oorspronkelijk met een smalle landbrug aan Providencia vast zat. Omdat de eilanden vrij moeilijk bereikbaar zijn, en goed beschermd door het 32- kilometer lange koraalrif, is het een ideale schuilplek voor piraten. Morgan en andere zeerovende schobbejakken hebben Providencia dan ook met grote regelmaat bezocht. Er schijnen nog steeds de nodige schatten verborgen te liggen. Santa Catalina was Henry Morgan’s uitvalsbasis voor zijn grote verovering van Panama in 1670.

Naar Santa Catalina
Daar waar piraten werden opgehangen, gezellig

Sinds 1928 zwaait Colombia officieel de scepter in Providencia, en het 72-kilometer verderop gelegen San Andres. Terwijl San Andres zich heeft ontwikkeld tot een echt all-inclusive toeristeneiland, boordevol hotels, restaurants, nachtclubs en tax-free winkels, is er in Providencia relatief weinig veranderd in de loop van de jaren. Hoewel de officiële taal Spaans is, spreekt de bevolking nog altijd Engels. Nou ja, Creools dan, een soort gebroken Engels, zoals het ook in Jamaica wordt gesproken. De houten huizen zijn grotendeels in koloniale stijl. Van Colombia is hier maar weinig te merken, dit is een op-en-top Caribisch eiland. De bevolking is van Afrikaanse afkomst, de muziek is reggae in plaats van salsa of cumbia, en alles gaat op z’n dooie akkertje. Massa-toerisme is hier absoluut geen doel en grote hotels vind je hier dan ook niet (wat de Providencianen betreft is San Andres verloren).  Eco-toerisme is waar Providencia op wil inzetten. En daarvoor heeft het eiland zonder twijfel meer dan genoeg voor te bieden. Maar dit staat nog volledig in de kinderschoenen.

Wat opvalt in Providencia zijn de motors. Er zijn slechts een paar auto’s op het eiland. Maar iedereen, van jong tot oud, heeft een motor/brommer/scooter. Een helm wordt alleen door de (Colombiaanse) politie gedragen. Zelfs koeiendrijven gebeurt op een motor. Er is één weg, rondom het eiland, en tijdens het scooteren probeer je hier de paarden, koeien en vooral gaten in de wegen te ontwijken. Niet dat dit heel moeilijk is, zoals gezegd gaat alles hier op z’n dooie akkertje, en het is nou niet bepaald een drukte van belang op de weg. Moet je ergens zijn, dan parkeer je gewoon aan de rand van de weg. Ja, die moet je dus ook ontwijken, geparkeerde motors. Voor ik hier kwam dacht ik nog ‘ach, ik neem wel een fiets, beter voor het milieu he’. Maar binnen de kortste keren ben je behept met het luiheidsvirus hier. Iedereen heeft daar schijnbaar last van. Hier werk je geen hele takenlijstjes af op een dag. Het lijstje ‘blog schrijven, tandpasta kopen, spelende kittens kijken’ vind ik eigenlijk al  meer dan voldoende voor een dag. Daarbij komt dat de heuvels in combinatie met het klimaat fietsen nou niet bepaald een aantrekkelijk optie maakt. Scooteren daarentegen, met je haren wapperend in de wind, op weg naar één van de verlaten stranden, is fantastisch! ;)

Koeien ontwijken
Scooteren

Het nadeel van zo’n afgelegen eiland is dat werkelijk alles aangevoerd moet worden. Wat er ook weer voor zorgt dat dingen zelden snel geregeld kunnen worden. Twee keer per week komt de boodschappenboot aan. Die brengt de voorraden voor de winkels. Op die dagen moet je zorgen dat je er snel bij bent als je verse groente en fruit te pakken wilt krijgen. De meeste etenswaren komen uit Costa Rica. Een paar weken voordat ik hier kwam is een boodschappenboot ontploft op zee. Een groot deel van de bemanningsleden is om het leven gekomen. Onder andere door haaien, zegt men. Een vreselijke tragedie, en tegelijk ook een enorme impact op het eiland. Bijna twee weken kwam er vervolgens geen boodschappenboot, en de schappen in de supermarkt waren zo goed als leeg.

De boodschappenboot

Hoewel ik me van tevoren afvroeg of ik me niet zou vervelen op deze 25 m2 is dat absoluut niet het geval. Eerlijk gezegd, ik kan prima overweg met dit dooie akkertjes tempo. Ik ben langzaam van nature. Ik moet in een vorige leven in de Cariben gewoond hebben. Al geef ik toe dat ik wel erg blij ben met het hebben van een continue internetverbinding. En ik het enorm getroffen heb met mijn ‘mama’ (van oorsprong Bogotaans dus hier moet ik gewoon spaans brabbelen), mijn balkon met zee-view, en de enorme beestenboel.

Ik blijf dus nog wel even. Er moet in ieder geval nog gedoken worden.

Vrijwilligerswerk

Ik werk voor de Trees and Reefs Foundation. Op dit moment is er één andere vrijwilliger, die zich bezighoudt met een geschiedenisproject. Ik geef toe dat ik nog niet vreselijk veel gedaan heb. Behalve dan me helemaal scheel gegoogled op groene leguanen en een presentatie hierover gegeven aan de groep die bezig is met het opzetten van een leguanenpark. Als mevrouw de bioloog. Het ging goed en ik kreeg zowaar het commentaar dat ze er veel van geleerd hadden. Ik heb er ook veel van geleerd, aangezien ik hiervoor geen snars wist over leguanen. Nu weet ik dat ze een ‘derde oog’ bovenop hun hoofd hebben. Onder andere.

De groep is erg enthousiast om het terrein van ongeveer 1000 m2  te maken tot een leguanenpark. Ook moet het een soort botanische tuin worden, met alle planten en bomen van het eiland, en een wandelpad dat leidt tot aan de mangroven achterin het land. De leguanen zullen uiteindelijk, als ze gewend zijn aan het terrein en de mensen, hier los rondlopen. Zo kunnen toeristen en bewoners leren over de leguaan en de natuur, en wordt deze beschermd tegen uitsterven. Hier op het eiland is het een zeer gewilde lekkernij, en hun aantal gaat hard achteruit. Een aantal eilandbewoners wil dit voorkomen, en is dus begonnen met dit project. Wat ik ga doen is een soort advies schrijven, over welke activiteiten ze kunnen ontwikkelen in het terrein (wat ook weer gebruikt kan worden om fondsen te werven), en helpen met de informatieborden en brochures. Ik zit te denken hoe ik ze verder kan helpen met dit project. Het is een geweldig initiatief en ik denk dat Providencia enorm potentieel heeft wat betreft eco-toerism. Misschien kan ik een stichting oprichten om zo fondsen te kunnen werven…Oh, en een bedrijfje in elektrische scooters op zonne-energie, absoluut een gat in de markt.

Hier wordt gewerkt aan een leguanenpark
Een van de leguanen van het project
De Kolenbranderschildpad, die komt er ook te wonen

4 gedachten over “Old Providence, parel in de zevenkleurige zee

    1. Jaaa, doen! Wat dacht je van een biologisch theekoffiehuisje? Annex eco-hostel. Waarvan natuurlijk een deel van de opbrengst naar het iguanapark gaat. Met eventuele verhuur van elektrische scooters!

      Like

    1. Nee, dat doet de lokale gids, werkgelegenheid he. Je mag er ook gedichten over schrijven! En een kinderboek. En dat piratenboek natuurlijk. Die schep niet vergeten nee.

      Like

Plaats een reactie