Tchimpounga’s bijzondere gasten

Het is alweer twee maanden geleden dat ik het steeds kouder wordende Nederland omruilde voor snikheet Afrika. Bijna was het niet gelukt. Wachtend op de ICE die me naar Frankfurt zou brengen ontdekte ik dat mijn portemonnee, mét alle pasjes, stiekem thuis was gebleven. Met een beteuterd gezicht zag ik de ICE vertrekken zonder mij. Mijn reis ging weer terug naar huis. Dat was het dan voor mijn Afrika avontuur? Tot Arnhem en weer terug?

Gelukkig was daar een reddende engel die mij en mijn portemonnee in vliegende vaart via de snelweg naar Frankfurt bracht en daarmee mijn avontuur redde. Precies op tijd sloot ik me aan in de rij voor de incheckbalie.

Hierna verliep de reis vlekkeloos en vijftien uur later werd ik in Pointe Noire opgewacht door Rebeca Atencia, directrice van het Tchimpounga Chimpanzee Rehabilitation Center, die me naar het veertig kilometer verderop gelegen opvangcentrum bracht. Het laatste half uur van deze trip hobbelden we door de uitgestrekte savanne van het vijftigduizend hectaren grote Tchimpounga natuurreservaat, dat het leefgebied is van verschillende groepen wilde chimpansees, en bezaaid is met op gigantische paddenstoelen lijkende termietenheuvels.

Bij aankomst in het opvangcentrum hoorde ik de onmiskenbare geluiden van een grote groep chimpansees. Tchimpounga huisvest maar liefst 161 chimpansees, vrijwel allemaal slachtoffers van de illegale handel in bushmeat. De chimpansees zijn opgedeeld in verschillende sociale groepen. De grote jongens zitten ver achterin, waar ze flinke stukken bos ter beschikking hebben. De jongeren zitten dichtbij het gastenverblijf. Zo is La Vieille mijn buurvrouw, een ietwat plompe chimpansee-dame van 45 jaar. La Vieille’s jeugd is een mysterie. Ze werd op jonge leeftijd achtergelaten bij de dierentuin van Pointe Noire, waar ze vervolgens bijna twintig jaar doorbracht. De omstandigheden in de dierentuin waren niet al te best en de dierentuin werd uiteindelijk gesloten. In 1992 kwam ze naar Tchimpounga, waar ze geniet van haar tweede jeugd en fungeert als gastmoeder voor zes speelse kleuters.

Tijdens mijn eerste week was ik in quarantaine, en moest ik voldoende afstand houden van de chimps. Hierna werd ik voorgesteld aan JeJe, een guitig en zeer energiek mannetje van nog geen jaar oud. Ik ben zijn nacht-oppas tijdens mijn verblijf hier. JeJe was bij aankomst in juni dit jaar de jongste chimp die men ooit heeft binnengekregen en woog maar twee kilo. Zulke jonge chimps hebben continue zorg nodig en zijn dus dag en nacht bij een verzorger. In het wild krijgt een chimpansee-baby zo’n vijf jaar borstvoeding van zijn moeder, en blijft ook daarna nog een aantal jaren in haar buurt. Overdag brengt JeJe, met zijn verzorger in de buurt, veel tijd door met andere jonge chimps. Bij dit speelse clubje, bestaande uit (de hier eerder voorgestelde) Lemba, D’joni, Dunez en Anzac, zal hij over een tijdje ook blijven slapen.

Een andere bijzondere gast is de vijf-jarige Motambo. Deze jongeman met de meest prachtige ogen werd begin oktober  in beslag genomen op een boot onderweg van het noorden van de Republiek Congo naar Brazzaville en was zeer ernstig ziek van tetanus. Het was hartverscheurend om dit jonge wezentje te zien kermen van de pijn. Zijn spieren waren volledig verkrampt, waardoor hij in een rigide voorovergebogen houding zat, en problemen had met ademen en slikken. De tetanus zorgde ook heftige spierspasmen. Daarnaast had hij diepe wonden van zijn ketenen en van de strik waarmee hij gevangen was en miste hij de helft van zijn tanden. Zijn toestand was kritiek en tijdens die eerste dagen werd hij 24-uur per dag verzorgd en bewaakt om te zorgen dat hij er doorheen kwam. In de loop van de weken knapte hij langzaam op en veranderde van een hoopje ellende weer in een jonge chimp. Zie hieronder een prachtige video over de aankomst en het herstel van Motambo.

Voorlopig is Motambo nog in quarantaine in ons gastenverblijf, en is hij in continu gezelschap van mensen, maar zodra deze periode voorbij is en het zeker is dat hij volledig gezond is, zal hij bij leeftijdsgenootjes geplaatst waarmee hij naar hartenlust kan ravotten. Als alles goed gaat, en Motambo’s pols goed genoeg herstelt om weer te kunnen klimmen, zal hij waarschijnlijk naar het eiland Tchindzoulou verhuizen waar hij weer hectaren vol tropisch bos ter beschikking heeft. Over Tchindzoulou binnenkort meer…

Nog ongeveer een maand ben ik hier, ik ben benieuwd welke bijzondere ontmoetingen me nog te wachten te staan. Van kou heb ik hier in ieder geval geen last, met het ingaan van de regentijd is Congo veranderd in een 24-uurs sauna. Je zou bijna verlangen naar de winter ;)

3 gedachten over “Tchimpounga’s bijzondere gasten

Plaats een reactie