Lang, lang geleden, toen foto’s nog op een rolletje stonden en het woord reisblog nog niet uitgevonden was, besloot ik drie maanden naar Thailand te gaan voor vrijwilligerswerk en een beetje eilandhoppen. Een beknopte samenvatting.
In between studies en gefokte korenwolfjes was er tijd voor een verdere verbreding van de horizon. Acht weken vrijwilligerswerk met voornamelijk gibbons en makaken bij het Wildlife Friends Foundation Thailand plus vier weken eilandhoppen in het zuiden.
Het werk in het opvangcentrum bestond uit het voor dag en dauw opstaan en kilo’s groente en fruit gaan wassen, schillen, koken, snijden zodat iedereen op tijd zijn ontbijtje had. Verder uit het schrobben van heel veel vloeren, en het schillen van heel veel boomstammen. Om dan weer te gaan wassen, schillen, koken en snijden voor het avondmaal.
Gelukkig was er ook nog meer dan genoeg tijd om even gevlooid te worden door Lilly de baby langoer, of te kroelen met Billy de baby neushoornvogel. Lilly kon wel wat aandacht gebruiken. Dat arme schaap zat gehuisvest met twee baby gibbons. Gibbons hebben geen staart. Langoeren wel. Gibbons hebben hele lange armen en zijn dol op zwieren en zwaaien. Lilly’s staart was dus het favoriete speelgoed van Mango en Joy. Lilly kon heel hard krijsen.
En Billy, ach Billy. Billy was binnengebracht als lelijke kale baby. Begon langzaam een mooie bos veren te ontwikkelen. Hopte de hele dag achter je aan, dol op kroelen. In die acht weken dat ik daar was leerde hij vliegen en zat hij ook wel eens in een boom. Maar het liefst toch op een keukenstoel.
Wat plaatjes